Defensie helpt thuisfront militairen ook met lastige puber en kapotte koelkast
In Polen start vandaag een nieuwe missie voor Nederlandse militairen. Zij besturen gevechtsvliegtuigen die het luchtruim moeten bewaken boven Oost-Europa, zodat militair materieel veilig naar Oekraïne kan. Voor elke militair die wordt uitgezonden, zijn er thuis ook achterblijvers.
Oud-militair Ron Knoops kan erover meepraten. "Je zit in een gebied, je hebt je werkzaamheden daar en bent met een heel grote groep bezig de boel te stabiliseren", vertelt hij over de keren dat hij werd uitgezonden naar Bosnië en Afghanistan.
"Dat ging goed, maar je gezinsleven is hier en jij zit daar. Je zou willen helpen, maar dat kan niet." Knoops kreeg er soms een machteloos gevoel van. In zo'n situatie heb je gewoon wat hulp nodig, herinnert hij zich.
Majoor Robert-Jan ter Haar, hoofd thuisfrontzaken bij de landmacht, en zijn team van negentig vrijwilligers zijn er "heel druk" mee. Ze houden contact met familieleden van uitgezonden militairen, helpen als er problemen zijn en bereiden ze voor op de missie van hun partner, kind of ouder.
Op dit moment heeft defensie ongeveer 800 mensen uitgezonden naar het buitenland. De verwachting is dat dat in de toekomst steeds vaker zal gebeuren nu de dreigingen vanuit het oosten toenemen.
De tijd van passief afwachten tot achtergebleven familieleden van zich laten horen, is voorbij. Het thuisfront is heilig bij defensie. Majoor Ter Haar en zijn team merken de laatste tijd dat juist missies dicht bij huis onrust opleveren bij familieleden van uitgezonden defensiepersoneel. De oorlog in Oekraïne maakt dat "het thuisfront van met name de eenheden die in het oosten van Europa actief zijn, wat meer bezorgd zijn".
Dat horen Ter Haar en medewerkers van die familieleden zelf. "We bellen ze op om een praatje te maken over hoe het gaat", zegt de majoor. Ook is er een Facebookgroep waar achterblijvers met elkaar kunnen praten. "Als er zorgen zijn, nemen we contact op om ze te helpen."
Zo mogen familieleden gebruikmaken van hulpverleners die werken bij defensie, zoals bedrijfsmaatschappelijk werkers, geestelijk verzorgers en psychologen. Dat gaat van hulp voor psychische problemen tot lastige pubers, weet voorzitter Jean Debie van defensievakbond VBM. Doordat de hulpverleners bij defensie in dienst zijn, hoeft een familielid niet eerst lang op een wachtlijst te staan en kan diegene direct hulp krijgen.
Jaren nadat oud-militair Ron Knoops was uitgezonden, is nu zijn vrouw Karin aan de beurt. Een maand geleden vertrok ze naar Litouwen voor haar eerste missie. Hij ziet dat er inmiddels veel is veranderd. "Het wordt gelukkig steeds beter heb ik gemerkt nu mijn eigen vrouw op uitzending is."
Hulp bij een kapotte koelkast"De lijntjes zijn allemaal korter geworden", ziet Knoops als hij de huidige thuisfrontzorg vergelijkt met de tijd dat hij zelf werd uitgezonden. Ook ligt de drempel lager om hulp in te schakelen van defensie. "Dat vind ik wel mooi om te zien."
Zo heeft de krijgsmacht een telefoonnummer waar het thuisfront dag en nacht naartoe mag bellen, ook bij praktische problemen, zegt majoor Ter Haar. "Een koelkast die defect is, een meterkast waar een stop is doorgeslagen, terwijl de man die altijd herstelt. Dan gaan ze bij wijze van spreken met een cameraatje op de telefoon meekijken, en dan zeggen ze van: je moet dat schakelaartje omhoog doen of die stop erin draaien."
Focus op missie"Dat gaat heel ver", zegt Ter Haar. Toch is het volgens hem noodzakelijk. "Omdat het moreel van de militair gewoon heel belangrijk is. Die heeft het nodig om zijn hoofd vrij te hebben om zijn werk te kunnen doen en dat lukt alleen maar als het thuis goed gaat."
Defensie wil koste wat kost voorkomen dat militairen uitvallen op het werk. "Militairen met kopzorgen over thuis functioneren minder goed", legt de majoor uit. "Het gevolg daarvan was dat we ze uit de missie moesten halen."
Doordat defensie meer in het thuisfront is gaan investeren, kunnen problemen worden opgelost en blijven militairen aan het werk.