Raad van State kraakt plan om voorrang statushouders te schrappen, Keijzer zet door
De Raad van State heeft vernietigende kritiek op het kabinetsplan om de voorrang voor statushouders op sociale huurwoningen te schrappen. Het gaat om een voorstel van demissionair minister Keijzer (BBB) dat ervoor moet zorgen dat er meer betaalbare woningen komen. Het uitgangspunt is dat vluchtelingen alleen vanwege hun status geen voorrang meer mogen krijgen.
Volgens de Raad van State, het belangrijkste juridische adviesorgaan van de regering, leidt het voorstel tot ongelijke behandeling en dat is in strijd met de Grondwet. Het advies aan het kabinet is dan ook om het voorstel niet in te dienen bij de Tweede Kamer.
Keijzer heeft al laten weten dat ze het wetsvoorstel toch gaat indienen. Ze is niet verbaasd over het advies van de Raad van State. "Dat is een beetje hoe de discussie in Nederland gevoerd wordt. En dat is jammer." Over het oordeel 'ongrondwettelijk' zegt ze: "De Grondwet is geen wiskunde, er staat ook in dat ik zorg moet dragen voor volkshuisvesting voor Nederlanders."
'Niet realistisch'Statushouders, oftewel asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen en dus in Nederland mogen blijven, hebben volgens de Raad van State "een ongunstige uitgangspositie op de woningmarkt". Omdat ze zich pas na binnenkomst in Nederland kunnen inschrijven voor een woning, komen ze automatisch onderaan de wachtlijst te staan.
Het voorstel van Keijzer ontneemt gemeenten de mogelijkheid om die achterstand te compenseren en dat leidt tot ongelijke behandeling. Gemeenten kunnen met zogenoemde 'urgentiecategorieën' de verdeling van sociale huurwoningen bepalen.
De Raad van State schrijft dat de regering weliswaar maatregelen heeft aangekondigd om de positie van statushouders op de woningmarkt te verbeteren, maar noemt het "niet realistisch" om te verwachten dat die maatregelen op tijd effect hebben. "Vergunninghouders blijven daardoor op achterstand staan."
Keijzer: Nederlanders nu op achterstandVolgens minister Keijzer is het juist andersom: op dit moment staan Nederlandse woningzoekenden op achterstand. Statushouders hebben na veertien weken in beginsel recht op een sociale huurwoning, terwijl de wachtlijsten voor andere woningzoekenden soms meer dan twaalf jaar zijn.
"Gelijke gevallen gelijk behandelen kan niet als resultaat hebben dat Nederlandse woningzoekenden ongelijk worden behandeld", zegt ze. Statushouders moeten maar bij familie intrekken, hun werkgever vragen om huisvesting, of met andere statushouders een dak boven het hoofd vinden. "Dat vragen we ook van Nederlandse woningzoekenden."
Van het aantal sociale huurwoningen dat vrijkomt, gaat volgens opvangorganisatie COA gemiddeld 6 tot 10 procent naar statushouders.
Keijzer gaat het advies van de Raad van State nog wel goed bestuderen en van een reactie voorzien. Of ze nog wijzigingen gaat aanbrengen kan ze niet zeggen. "Maar dat het verbod op voorrang voor statushouders er moet komen, daar ben ik van overtuigd."
PVV-planHet plan van BBB-minister Keijzer staat los van een ander voorstel van de PVV om asielzoekers met een verblijfsvergunning onder geen enkele omstandigheid nog een urgentieverklaring te geven voor een sociale huurwoning. Ook niet als er sprake is van een noodsituatie als dakloosheid of huiselijk geweld; gronden waarop niet-statushouders wel voorrang kunnen krijgen.
Dat PVV-plan is al aangenomen door de Tweede Kamer, maar Keijzer heeft daarvan gezegd dat ze het alsnog wil schrappen, omdat het volgens haar discriminerend en daarom juridisch onhoudbaar is.
Raad van State wordt toch niet opgesplitstDe Raad van State wordt toch niet opgesplitst, blijkt uit de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid, die Trouw heeft uitgeplozen. De miljoenen die ervoor waren gereserveerd, gaan naar extra gevangeniscapaciteit.
Dit kabinet wilde de afdeling bestuursrecht "verzelfstandigen" met het idee dat het niet wenselijk is dat de Raad van State de regering adviseert over wetgeving en tegelijk de hoogste bestuursrechter van het land is. Het uit elkaar halen van die taken zou de onafhankelijkheid van de bestuursrechtspraak ten goede komen.
Dat de splitsing nu niet doorgaat, is tegen de zin van de Tweede Kamer. In juni werd nog een motie aangenomen met een oproep aan het kabinet om nog dit jaar met een splitsingsvoorstel te komen.