Kamer buigt zich over de vraag hoeveel invloed kabinet mag hebben op OM
In Nederland is de rechtspraak onafhankelijk. Toch kan de minister van Justitie tegen het Openbaar Ministerie zeggen of iemand wel of niet vervolgd moet worden. Dat wil een aantal partijen anders, waaronder D66, NSC en SP. Zij zeggen dat een kabinet die bevoegdheid kan misbruiken om bijvoorbeeld tegenstanders te laten vervolgen.
Niet alle partijen delen die vrees: onder meer VVD en BBB zien niets in een plan van D66-Kamerlid Sneller om de zogenoemde aanwijzingsbevoegdheid te schrappen.
Vandaag verdedigt Sneller zijn initiatiefwetsvoorstel in de Tweede Kamer. "We moeten zorgen dat onze wetgeving bestand is tegen iemand die aan de macht komt en kwaad wil", zegt hij.
Het plan schrapt de 'bijzondere aanwijzingsbevoegdheid' van de minister van Justitie. Nu kan die nog een opdracht (aanwijzing) geven tot opsporing, vervolging of juist tot niet-vervolgen. Ook kan een minister zich in theorie bemoeien met de manier waarop het OM een zaak aanpakt, bijvoorbeeld met de strafeis.
Drempel verhogenAanwijzingen zijn al tientallen jaren niet gedaan door een minister, maar alleen de mogelijkheid ervan kan volgens Sneller al effect hebben. Concreet zou het OM bijvoorbeeld na een gesprek met een minister kunnen besluiten om iemand te vervolgen, met de gedachte 'de minister lijkt dit te willen en zo voorkomen we een dienstopdracht'.
In het voorstel wordt ook de plicht van het OM om de minister te informeren over zaken flink ingeperkt. Die verplichting leidt volgens Kamerlid Sneller tot "mogelijkheden voor beïnvloeding". "Die drempel wil ik ook verhogen."
Uiterst middelNiet iedereen in de Kamer staat te springen. BBB bijvoorbeeld wijst erop dat een minister in bijzondere gevallen moet kunnen ingrijpen. "Juist omdat de bevoegdheid bijna nooit wordt gebruikt, is zij van waarde", zegt Kamerlid Wijen-Nass. "Als uiterst middel kan de minister optreden bij een crisis." Met het voorstel van D66 wordt dat moeilijker.
Daarnaast, zegt het BBB-Kamerlid, is de minister politiek verantwoordelijk voor het OM en dan moet hij of zij ook wel bevoegdheden hebben. Soortgelijke kritiek op het plan had de Raad van State eerder ook en de VVD kijkt er ook zo naar. "Het huidige stelsel zorgt voor een goed evenwicht tussen aan de ene kant de onafhankelijkheid van het OM en aan de andere kant de verantwoordelijkheid van de minister", aldus Kamerlid Ellian.
Wijen-Nass voegt eraan toe dat ze de kans op ongelukken niet groot acht. "Het is niet zo dat als één politieke partij roept: 'we willen dat er vervolgd wordt' dat dat dan ook daadwerkelijk gebeurt."
VriendjespolitiekSP-Kamerlid Van Nispen vindt het wel een goed voorstel. "Het versterkt de scheiding der machten: we willen geen politieke vervolgingen en ook geen vriendjespolitiek." Maar hij wijst erop dat informele beïnvloeding van het OM wel mogelijk blijft. "Hoe kunnen we ook dit soort bemoeienis voorkomen?", is volgens Van Nispen de vraag.
De aanwijzingsbevoegdheid heeft nooit tot problemen geleid, maar dat is geen garantie voor de toekomst, vindt NSC. "Juist in onstuimige tijden moet de politiek zich richten op het voorkomen van problemen", zegt Kamerlid Six Dijkstra. "Vóór die uitmonden in een crisissituatie en de samenleving de klappen moet opvangen."
Initiatiefnemer Sneller kijkt daarbij naar andere landen - hij noemt Hongarije en de VS - waar instituties worden afgebroken. "Heel lang dachten we: iedereen in het kabinet heeft het goed voor met de democratie. Maar we hebben de afgelopen jaren gezien dat dat gewoon niet zo is." Sneller refereert daarbij aan het laatste kabinet, waarbij er zorgen waren over het rechtsstatelijke gehalte van de standpunten van coalitiepartij PVV, ook binnen de coalitie.
Vanavond debatteert de Tweede Kamer over het plan. Of het voorstel een meerderheid gaat halen, is nog onduidelijk. Een aantal partijen heeft of wil nog niet laten weten wat hun standpunt is. In elk geval D66, GroenLinks-PvdA, SP, NSC, CDA, FvD en Volt staan positief tegenover het idee. Tegen zijn VVD, BBB, SGP en JA21.
Bredere zorgenIn politiek Den Haag zijn de afgelopen tijd meer zorgen te horen over of onze democratie wel zo weerbaar is. Zo zijn er Kamervragen gesteld over of de politiek zich wel moet kunnen bemoeien met de benoemingen in de rechterlijke macht en met hoe en waarvoor de rechtspraak geld krijgt.
En ook de Raad van State, het belangrijkste juridische adviesorgaan van de regering, maakt zich zorgen. Onder Trump in de VS wordt de rechtsstaat "vermorzeld", zei RvS-vicepresident Thom de Graaf deze week in een toespraak. Zo erg is het hier volgens hem niet, maar ook in Nederland worden "feiten in twijfel getrokken of ronduit genegeerd" door politici.
De Graaf: "Ook hier klinkt het verwijt dat onafhankelijke rechters en adviesorganen bevooroordeeld zijn omdat hun uitspraken en adviezen soms niet bevallen." Volgens hem kan "ons rechtsstatelijk en politiek bestel wel wat extra bescherming gebruiken".