Nog veel te veel productie olie, gas en kolen om opwarming aarde te beperken
Om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad, moeten er veel minder fossiele brandstoffen geproduceerd worden dan nu het plan is. De productie moet daarvoor drastisch omlaag, maar landen doen het tegenovergestelde. De productie ligt maar liefst 120 procent hoger dan het maximale niveau waarmee dat doel nog gehaald kan worden.
Die conclusie trekken onderzoekers van het Stockholm Environment Institute, IISD en Climate Analytics bijna tien jaar na het sluiten van het Klimaatverdrag van Parijs in een nieuw rapport over de 'productiekloof'. Dat is het verschil tussen de (lage) maximale productie die landen eigenlijk zouden moeten hebben als ze serieus zijn over hun klimaatambities en de (hoge) geplande productie die ze in werkelijkheid hebben.
Het is niet voor het eerst dat wordt vastgesteld dat de geplande fossiele productie vele malen te hoog ligt. Twee jaar terug lag de productie nog 110 procent hoger dan mogelijk is als je de 1,5 graad opwarming niet wil overschrijden. Dat inmiddels 120 procent wordt gerapporteerd, leggen de onderzoekers uit als een groeiende kloof tussen de klimaatambities die landen uitspreken en de stappen die ze vervolgens daadwerkelijk zetten.
"Om het 1,5-graaddoel in zicht te houden, heeft de wereld een snelle afname nodig in het aantal investeringen in kolen, olie en gas", zegt mede-hoofdauteur Emily Ghosh van het Stockholm Environment Institute in de VS. "Die middelen zouden moeten gaan naar een energietransitie die gelijkheid en rechtvaardigheid centraal stelt."
Bij de verbranding van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld steenkool en olie, komt het broeikasgas CO2 vrij. Dat blijft vele duizenden jaren in de atmosfeer zitten en houdt warmte vast van de zon. Doordat de mens sinds ongeveer anderhalve eeuw op steeds grotere schaal fossiele brandstoffen verbrandt, is er veel meer CO2 in de atmosfeer terechtgekomen dan zonder die menselijke invloed. Daardoor neemt de opwarming toe.
"De atmosfeer is een soort badkuip en loopt vol met CO2", legt klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren (PBL/Universiteit Utrecht) uit. "Hoe langer je de kraan vol open laat staan, hoe sneller de badkuip volloopt. Wanneer je het dichtdraaien van de kraan uitstelt, verlies je niet alleen tijd om rustig over te gaan naar een nieuw energiesysteem, maar is het zelfs zo dat je minder 'emissieruimte' overhoudt. De lijn moet dan nog scherper omlaag."
Hoe zat het ook alweer met CO2 en de opwarming van de aarde?
Bij het sluiten van het Parijsakkoord (2015) spraken landen met elkaar af om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius, en het liefst tot 1,5 graad. De onderzoekers achter dit nieuwste rapport waarschuwen nu dat de geplande productie van fossiele brandstoffen die toezeggingen ondermijnt.
Ook een maximale opwarming van 2 graden raakt volgens de onderzoekers uit zicht met de huidige plannen van de twintig grootste fossiele brandstoffen producerende landen: daarvoor ligt de geplande productie van tot 2030 nog 77 procent te hoog.
Veel te veel steenkoolDe diepste kloof tussen de klimaatambities en geplande productie zien de onderzoekers bij de productie van steenkool. De kolenproductie krimpt weliswaar veel sneller dan de productie van andere brandstoffen, maar alsnog ligt het niveau zo'n 500 procent te hoog om de 1,5 graad opwarming in zicht te houden.
Voor de productie van olie is de kloof aanzienlijk kleiner, maar nog steeds fors: 33 procent. Ook voor gas zit er flink wat ruimte tussen de ambities en de werkelijkheid. Die productie ligt 91 procent te hoog, al laat een te hoge gasproductie zich deels verklaren doordat gas vanwege zijn lagere CO2-uitstoot ook wordt gebruikt als 'transitiebrandstof'.
"Er zijn ook nog wel paden denkbaar waarbij je nog langer gas blijft gebruiken, mogelijk door de uitstoot op te vangen en onder de grond te stoppen", zegt Van Vuuren. "Dus voor gas is het ietsje lastiger te zeggen welk pad precies in lijn met Parijs is. Maar ook daarvoor geldt dat je er op de lange termijn gewoon vanaf wil."
De onderzoekers vergeleken de 20 grootste fossiele brandstoffen producerende landen. Nederland produceert ook nog fossiel, maar valt buiten die 20:
Het rapport over de 'productiekloof' komt op het moment dat industrie- en energiepolitiek wereldwijd een groot thema zijn, veel meer dan in 2015 toen het Parijsakkoord werd getekend. Meer gebruik van fossiele brandstoffen kán ten goede komen van de energie-onafhankelijkheid van een land, en daar hechten landen veel meer dan destijds aan.
Ook klimaatwetenschapper Van Vuuren ziet dat, maar brengt daar tegenin dat het gebruik van hernieuwbare energie dat net zo goed doet. "Juist vanwege het feit dat je die fossiele brandstoffen moet importeren, breng je je energiezekerheid dus verder op orde wanneer je van fossiel afgaat."