Het doodschieten van een 15-jarige jongen in Capelle aan den IJssel door een politieagent gisteren roept vragen op over vuurwapengebruik door de politie. Wanneer mogen politiemensen schieten en wat moeten ze doen om te voorkomen dat iemand overlijdt?
Vooropgesteld: het is zeldzaam dat agenten in Nederland gericht op een verdachte schieten. Volgens politiecijfers gebeurde dat vorig jaar in dertien gevallen, op een totaal van de ruim 1700 keer dat politiemensen hun vuurwapen trokken.
Van die dertien mensen kwam een persoon om het leven, blijkt uit jaarcijfers van het Openbaar Ministerie. In 2023 werd er niemand door de politie doodgeschoten, de jaren ervoor gebeurde dat gemiddeld drie keer.
Begin dit jaar werd een verdachte doodgeschoten bij een inval in Rotterdam. Bekend is ook de zaak rond Sammy Baker, die in 2020 in verwarde toestand in Amsterdam werd doodgeschoten. Zijn ouders troffen vorige week een schikking met de politie. Dat agenten een kind doodschieten, zoals gisteren in Capelle gebeurde, is sinds 2012 niet voorgekomen. Toen werd de 17-jarige Rishi gedood op station Hollands Spoor in Den Haag.
Ernstig misdrijf
Wanneer politiemensen hun vuurwapen mogen gebruiken, staat in de zogenoemde ambtsinstructie. "Ze mogen een schot afgeven als waarschuwing, uit noodweer of om iemand te kunnen aanhouden", zegt Patrick Fluyt van politievakbond ACP. Politiewetenschapper Jaap Timmer voegt daaraan toe dat iemand verdacht moet zijn van een zwaar misdrijf.
En dat was in dit geval zo, zeggen beiden. De verdachte zou een fatbike hebben gestolen en daarbij een vuurwapen hebben gebruikt. "Een gewapende beroving is zo'n ernstig misdrijf", zegt Timmer. "Bovendien was de verdachte dus vuurwapengevaarlijk." Ook was onbekend om wie het ging.
Vluchtende verdachte
Daar komt nog bij dat de verdachte in Capelle volgens de politie en het OM niet naar de waarschuwingen van de agenten luisterde en wegvluchtte. Timmer: "In zo'n geval onttrekt iemand zich aan zijn aanhouding. Als hij dan wegvlucht, dan kan hij dus vervolgens elders in de samenleving met dat vuurwapen rondlopen en daar een gevaar vormen."
Er was in Capelle dus een onbekende, vuurwapengevaarlijke verdachte van een ernstig misdrijf die wegvluchtte. In die optelsom lijkt het erop dat de agenten zich aan de instructies hebben gehouden, zegt Timmer. Hij benadrukt wel, net als vakbondsman Fluyt, dat de Rijksrecherche daar nog onderzoek naar zal doen. Volgens het OM is nog niet duidelijk of het vuurwapen dat bij de verdachte is gevonden echt is.
Actiegroep Controle Alt Delete, die zich inzet tegen excessief politiegeweld, zegt dat de ambtsinstructie dingen toestaat die volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet mogen. Zo blijkt uit uitspraken van het hof, die juridisch een hogere status hebben dan de instructie, dat schieten om toekomstig gevaar te voorkomen niet zonder meer mag.
Dat mag volgens de organisatie alleen als er onmiddellijke dreiging van een verdachte uitgaat. Nederlandse rechters gaan overigens niet mee in die redenering, tot teleurstelling van Controle Alt Delete.
Laag richten
In de ambtsinstructie is niet geregeld op welke lichaamsdelen agenten moeten schieten. Dat leren ze tijdens hun opleiding. "Bij een aanhouding schiet je het liefste op de benen, want alles daarboven is in principe dodelijk", zegt Fluyt.
Ook Timmer legt uit dat politiemensen leren om in zo'n geval laag te richten, zodat het risico op ernstig letsel zo klein mogelijk is. "Maar een schot kan hoger uitkomen. De verdachte staat meestal niet stil en de agent ook niet. Het is een spannende situatie. Dan is heel precies richten moeilijk."
Het aantal schoten is ook ter beoordeling van de agenten op het moment zelf. "Je schiet zolang je geen effect ziet", zegt Timmer. "Als je ziet dat een verdachte neervalt of zich overgeeft, dan schiet je natuurlijk niet verder."
Vervolging agenten
Zoals bij alle schietincidenten waarbij de politie betrokken is, zal de Rijksrecherche het vuurwapengebruik van de agent in Capelle onderzoeken. Meestal besluit het Openbaar Ministerie op basis van zo'n onderzoek dat agenten niet worden vervolgd, omdat ze zich aan de ambtsinstructie hebben gehouden.
Zo hoeft het arrestatieteam dat in januari bij de inval in Rotterdam de verdachte doodschoot, niet voor de rechter te komen. Het OM wilde ook de agenten die bij de dood van Sammy Baker betrokken waren, niet vervolgen. Zijn ouders proberen die strafrechtelijke vervolging alsnog af te dwingen.
Dat lukte de nabestaanden van een 18-jarige man die in 2018 in Delft door een agent werd doodgeschoten eerder ook. Zij dwongen strafvervolging af van de betrokken politieman, nadat het OM had geoordeeld dat het vuurwapengebruik gerechtvaardigd was. De agent werd vorig jaar door de rechter vrijgesproken.
Ook een agent die in 2022 in Waalwijk per ongeluk een verdachte doodschoot, werd vrijgesproken. Het OM is tegen dat vonnis in hoger beroep gegaan.