Klimaatdoel met huidig beleid niet gehaald: 'Van vooruitkijken nauwelijks meer sprake'
Met minder dan vijf procent kans is het "heel erg onwaarschijnlijk" dat Nederland zijn klimaatdoelen voor 2030 haalt. Vorig jaar maakte het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al dezelfde inschatting. De situatie is een jaar later niet verbeterd, maar het PBL heeft daar geen zwaardere kwalificatie voor dan "heel erg onwaarschijnlijk".
Nederland legde in de Klimaatwet vast dat het in 2030 minimaal 55 procent minder CO2 moet uitstoten dan in 1990. Jaarlijks neemt het PBL alle maatregelen door die tot extra of tot minder CO2-uistoot leiden, om te kijken of Nederland nog op koers ligt.
Sinds 1990 is de uitstoot van Nederland met 36 procent gedaald, maar die daling zet niet door. Het PBL constateert zelfs dat het regeringsbeleid er het afgelopen jaar nauwelijks voor heeft gezorgd dat de uitstoot harder daalt. Dat er toch sprake van een daling is, komt vooral door andere oorzaken, bijvoorbeeld doordat de chemische industrie naar verwachting minder produceert.
Afgelopen weekend merkte de NOS al op dat diverse maatregelen het afgelopen jaar zijn geschrapt of versoepeld. Er ligt een aantal plannen, maar de effecten hiervan zijn beperkt blijkt nu.
"Stagnatie betekent in feite achteruitgang", schrijft de Raad van State, een belangrijke adviseur van de regering, in een reactie. "Het kabinet lijkt met deze keuzes vooral meer in de tijd vooruit te schuiven."
Overschatting van ministerieVorig jaar constateerde het PBL een gat van 16 tot 24 megaton CO2 tussen de doelen en de plannen. Deze tool van de NOS laat zien welke maatregelen zo'n gat zouden kunnen opvullen.
Demissionair minister Hermans van Klimaat en Groene Groei (KGG) beloofde in de maanden erna te zoeken naar plannen om die extra megatonnen CO2 te besparen en zo het halen van de doelen weer 'waarschijnlijk' te maken. Bij de Voorjaarsnota bleek dat lastig: de minister stond voor grote dilemma's. Uiteindelijk werden haar plannen losgetrokken van de Voorjaarsnota, en kwamen die weken later.
Hermans' plannen zouden volgens haar ministerie leiden tot zo'n 10 megaton aan extra CO2-besparing: niet voldoende, maar wel een stap in de richting. Nu blijkt dat een forse overschatting te zijn. Het PBL komt met de maatregelen van de minister uit op 4 megaton CO2-besparing.
Daar komt nog bij dat de berekeningen van het Planbureau zijn gebaseerd op beleid tot 1 mei van dit jaar. Twee belangrijke wijzigingen uit juni zijn dus niet meegenomen, terwijl die de uitstoot opstuwen. Zo is de CO2-belasting voor de industrie opgeschort, waardoor bedrijven moesten betalen voor de CO2 die ze uitstoten. Ook het sluiten van maatwerkafspraken tussen grote bedrijven en de overheid is grotendeels definitief mislukt. Het idee was dat dertig vervuilende bedrijven subsidies zouden krijgen in ruil voor verregaande verduurzaming.
'Horizon dichtbij'Met nog vier jaar te gaan, zal Nederland de uitkomsten waarschijnlijk niet meer kunnen bijsturen, concludeert het Planbureau. Om beleid te maken is politieke stabiliteit en tijd nodig, en beide ontbreken. "Intussen is de horizon zo dicht genaderd, dat van vooruitkijken nauwelijks meer sprake is", schrijft het PBL. Wil het kabinet het doel echt halen, dan kan dat bijna niet meer zonder economische pijn en maatschappelijke weerstand, aldus het Planbureau.
Dit rapport gaat alleen over de effecten tot 2030. Voor daarna is er, op nationaal niveau, geen wettelijk doel vastgelegd. Op Europees niveau is dat er wel: in 2050 mag er geen extra CO2 de lucht meer inkomen.
Juist die tussenliggende jaren worden lastig, voorspelt het PBL. Waar we 40 jaar de tijd hebben om 55 procent van de uitstoot af te halen, resteert er nog maar 20 jaar voor de laatste 45 procent. Terwijl juist het begin het makkelijkst is, want dan valt de meeste winst te behalen met de minst ingrijpende maatregelen.
'Knelpunten voorkomen'Inmiddels blijkt onder meer dat wind op zee het minder goed doet dan verwacht, dat bedrijven uit klimaatafspraken stappen, dat een grote duurzame subsidiepot onder druk staat en dat veel ander klimaatbeleid is geschrapt of versoepeld.
Demissionair minister Hermans zegt in een reactie niets over het niet halen van de doelen, maar kiest ervoor "om zich volledig te richten op het oplossen van de knelpunten om te voorkomen dat de energietransitie tot stilstand komt."