Koning op bezoek in Münster, waar Nederland zeer gewaardeerd wordt
De Duitse stad Münster kleurt vandaag oranje. Koning Willem-Alexander komt er op bezoek, vanwege het dertigjarig jubileum van het Duits-Nederlandse legerkorps en het academische Haus der Niederlande. De koning betreedt historische grond, want hier werd in 1648 de Tachtigjarige Oorlog beëindigd.
"De Duitsers zeggen graag dat Nederland hier zijn oorsprong heeft", gniffelt Jacco Pekelder in de Kaminzimmer, waar de Vrede van Münster werd ondertekend. De gelambriseerde zaal hoort nu bij het Haus der Niederlande, waarvan Pekelder directeur is. Tegenwoordig volgen studenten hier de opleidingen Nederlands en Nederland-Duitslandstudies.
Nederland wordt gewaardeerd, merkt hoogleraar Pekelder. "Voor Duitsers voelt Nederlands als iets exotisch, een leuke andere taal." Ook over de Nederlandse 'losse' volksaard bestaat een buitengewoon positief beeld. "Het sterke individualisme vinden ze ook interessant, terwijl Duitsers iets conformistischer en collectiever denken."
Meer dan in NederlandWaar in Nederland universiteiten stoppen met de studie Duits, worden door Duitse universiteiten de studies Nederlands juist behouden. Naast Münster, dat de grootste afdeling heeft, kun je ook terecht in Berlijn, Duisburg-Essen, Keulen en Oldenburg.
"Duitse universiteiten schieten niet meteen in de stress als de studentenaantallen tegenvallen", vertelt Pekelder. "Er wordt naar de maatschappelijke behoefte gekeken en ze weten hoe belangrijk deze opleidingen zijn."
De teruggang van het aantal studies Duits in Nederland is daarom zorgwekkend, zegt hij. "Er zijn veel meer Duitsers die Nederlands studeren dan andersom. Dat is pijnlijk voor Nederland."
Baankansen zijn er namelijk genoeg, vertelt Pekelder. De Duitse studenten Nederlands zijn uiteraard gewild als docent in het grensgebied. Afgestudeerden van de master, die door zowel Duitsers als Nederlanders wordt gevolgd, komen terecht in de politiek, het bedrijfsleven en gaan werken als communicatie-expert.
Wie door Münster loopt, waant zich een beetje in een Nederlandse stad. De invloed van Hollandse koopmannen en bouwmeesters is zichtbaar in de historische trapgevels. Ook zijn er on-Duits veel fietsers. Bedrijven die werken aan beide kanten van de grens en het Duits-Nederlandse legerkorps brengen bovendien talloze Nederlanders naar de stad.
De Duitse studente Johanna Patz loopt stage bij het korps, naast haar master Nederland-Duitslandstudies. Ze koos voor de opleiding omdat ze dol is op de westerburen. "Toen ik vroeger ging shoppen in Nederland dacht ik altijd: ik wil hier wonen", vertelt ze in vloeiend Nederlands.
Het "open" karakter trekt haar aan. "Ook op stage merk ik het. Duitsers zijn serieuzer, terwijl Nederlanders naar je toe komen en eerst willen weten hoe je weekend was. Eerst kletsen en dan werken, dat is superchill."
Ze trekt op met de Nederlandse Famke Minnee, die eerder Duits studeerde. "Economisch zijn we enorm met elkaar verweven. Dan kan je misschien onderling Engels praten, maar projecten gaan veel beter als je elkaars taal spreekt en de cultuur goed kent."
Wederzijds begrip, dat is waarom het Haus der Niederlande werd opgericht. Een van de aanleidingen was een opzienbarend onderzoek waaruit bleek dat Nederlandse jongeren een zeer negatief beeld hadden van Duitsland. Andersom dachten Duitsers juist onrealistisch positief over Nederland. Een instituut als dit moest de vervreemding tegengaan.
Het zal een van de thema's zijn die tijdens de komst van de koning worden aangestipt. Hoogleraar Pekelder verwacht veel toeschouwers. "In Duitsland, en zeker hier langs de grens, is het koningspaar enorm populair. Ze roepen zeker warme gevoelens op." Nóg een teken van liefde voor Nederland in Münster.