Portugezen zijn wel gewend aan natuurbranden, maar in juni 2017 schokte een inferno het land. Het vuur verspreidde zich grillig en was zo intens dat het zijn eigen onweerswolken vormde. "Je kunt je niet voorstellen hoe het was", zeiden overlevenden achteraf. "Niemand kan dat."
Ruim zestig mensen kwamen om het leven; de meesten werden op de vlucht ingesloten door de vlammen. Het intense vuur beïnvloedde de wind, die plotseling opstak of van richting veranderde. Dat leidde ertoe dat de brand zich extreem onvoorspelbaar gedroeg.
Een internationale groep brandweerlieden en wetenschappers probeert te begrijpen hoe en wanneer branden hun eigen weer maken. "Wij werken in feite aan de 1 procent van de branden of misschien nog minder die heel extreem wordt", zegt Cathelijne Stoof, natuurbrandexpert van Wageningen University & Research. Uiteindelijk hopen ze brandgedrag te kunnen voorspellen en zo levens te redden.
Ook Nederland geraakt
Ook voor Nederland is dat onderzoek relevant. Hoewel het van een andere orde is dan in Portugal maken branden ook hier soms hun eigen weer. Brian Verhoeven, natuurbrandonderzoeker bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid, ontdekte twee voorbeelden.
In 2010 vormde zich boven een brand op de Strabrechtse heide in Noord-Brabant een kenmerkende 'brandwolk'. Hoewel het nauwelijks waaide, staken de vlammen toch de afgesloten snelweg A67 over. Mogelijk gebeurde dat doordat de brand zijn eigen wind maakte, al is dat vijftien jaar later niet meer vast te stellen, zegt Verhoeven.
Ook een brand op het Artillerie Schietkamp bij 't Harde, op de Veluwe, maakte in 2018 zijn eigen weer. Verhoeven: "De vraag is dus: wanneer krijgen we weer te maken met zulk extreem brandgedrag?"
Normaal wordt de hevigheid van een natuurbrand bepaald door het aantal brandbare planten, het weer en het landschap. Maar als het vuur intens genoeg is en de omstandigheden zijn 'gunstig', dan blijft de hete lucht maar opstijgen. Er kan zich een rookkanaal vormen van wel 10 tot 12 kilometer hoogte. Op de grond steekt er wind op om de opgestegen lucht aan te vullen. Zo ontstaan wolken en soms zelfs onweer.
"Dat een brand het weer kan veranderen, is fascinerende natuurkunde", zegt Jordi Vilà-Guerau de Arellano, hoogleraar meteorologie aan Wageningen University & Research, "maar het maakt het vuur heel gevaarlijk". Branden verspreiden zich sneller of grilliger dan verwacht. In uitzonderlijke gevallen ontstaan zelfs nieuwe brandhaarden door blikseminslagen.
Om beter te begrijpen wat er gebeurt, meten brandweerlieden en wetenschappers het weer bij branden. Vooral de Catalaanse brandweer pioniert hiermee en dit voorjaar liet onderzoeker Brian Verhoeven met de Nederlandse brandweer weerballonen op. Dat gebeurde bijvoorbeeld tijdens een heidebrand in Ede, om de luchtvochtigheid, temperatuur, windsnelheid en -richting te meten in de rookpluim. Zulk onderzoek gebeurt ook in Noorwegen, Chili en Griekenland.
Extreem gevaarlijk
Het zijn unieke data, maar er zijn grenzen aan deze manier van meten, zegt meteoroloog Vilà-Guerau de Arellano: "Het is erg moeilijk om de atmosfeer boven een brandende pluim te meten." Daarom maakt zijn collega Chiel van Heerwaarden computersimulaties van branden. Zo willen ze meer leren over de delen van de brand die niet veilig te meten zijn.
Voor een meteoroloog is het boeiend zo nauw samen te werken met brandweerlieden. Zo ging Van Heerwaarden met Griekse brandweerlieden terug naar de plek waar een hevige brand had gewoed. "Wij legden uit wat er gebeurde in de atmosfeer", zegt Van Heerwaarden. "En zij beschreven wat ze zagen gebeuren op de grond, wat voor ons essentieel is om onze modellen te verbeteren."
Nederland investeert de laatste jaren veel in natuurbrandbeheersing. Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid heeft een team van natuurbrandanalisten, met daarin naast Brian Verhoeven ook NOS-weervrouw Willemijn Hoebert. Hun verwachtingen voor het natuurbrandgevaar delen ze met de brandweer.
De hoop is dat deze verwachtingen verder verbeteren als het gaat om het inschatten van extreem brandgedrag. De Catalaanse brandweer ontwikkelde daarvoor al een experimenteel systeem. Toen dit voorjaar in Nederland diverse natuurbranden woedden, is dat ook hier gebruikt.
Het is goed dat we hierin investeren, zegt brandexpert Cathelijne Stoof: "Mensen denken vaak dat dit in de toekomst geleidelijk op ons afkomt, maar twee jaar geleden ging het bijvoorbeeld in Bordeaux opeens van een normale brand naar een extreme brand." Als we extreem brandgedrag niet beter begrijpen, kan de omslag ons overvallen.